“Een fietshelm voorkomt geen ongelukken, maar dat doet een autogordel ook niet.”


Zeven jaar geleden heeft mijn vrouw door een val met de fiets op een geasfalteerd fietspad in het bos ernstig hersenletsel opgelopen. Verder mankeerde ze helemaal niets. Ze is met de traumahelikopter vanuit het bos naar het ziekenhuis vervoerd. Na een week Intensive Care, drie weken afdeling neurologie en acht weken revalidatie in een verpleeghuis, kreeg ik haar gelukkig weer behoorlijk hersteld thuis. Toch is ze niet ongeschonden uit de strijd gekomen: op empathisch gebied zijn er nog steeds duidelijke afwijkingen. Als ze toen een fietshelm had gedragen, was de schade waarschijnlijk beperkt gebleven tot een (forse) hersenschudding – ook niet niks, maar toch veel minder ernstig dan nu het geval was. Daarnaast waren er aanzienlijk minder zorgen, stress en verdriet geweest.

Sindsdien dragen we consequent een fietshelm, al is het maar naar de hoek van de straat. Het is eigenlijk net zo gewoon als het aandoen van de veiligheidsgordel in de auto. En inderdaad, de enkele keer dat ik de helm vergeet, denk ik na honderd meter: wat is er, het voelt zo raar?

‘De forse gevolgen van een ongeluk kunnen verkleind worden.’

Het klopt dat de fietshelm geen ongelukken voorkomt, maar dat doet de autogordel ook niet. Beiden zorgen er echter wel voor dat de forse gevolgen van een ongeluk verkleind worden. Door een helmplicht zal er niet minder gefietst worden – het invoeren van de autogordels heeft er immers ook niet toe geleid dat er minder auto gereden wordt.

Fietsen is inderdaad gevaarlijk voor kleine kinderen die van links naar rechts zwalken en voor ouderen op elektrische fietsen die veel te hard gaan voor hun – vaak beperkte – reactievermogen. Als iets gevaarlijk is, moet je iets doen om in elk geval de mogelijke gevolgen te verkleinen. Dus, een helm op en dan heerlijk fietsen!